Het is een tweeluik:
de dichter roept het orakel aan,
bezingt verlangen naar schoonheid
en de priesteres geeft
hem woorden van Apollo.
Hij (zijn snor is een brede glimlach):
‘Vertel, mijn godin, over het vuur,
dat mijn liefde voor jou aanwakkert.’
Zij (haar engelenhaar is een guirlande):
‘Op de berg vind je de bron:
onschuld, liefde en lyriek.’
Het koor vraagt om offers, inkt vloeit
en harde klinkers klinken zacht.
Het metrum loopt en de muze danst.
Woorden geven houvast.
Zijn schuilnaam is een waarmerk,
getekend in haar hart.
Tijden veranderen, maar liefde blijft
een ongemeen harde zoektocht
naar onsterfelijkheid.
Alles is vergankelijk,
niet de dichter en zijn muze.
Die staan nu al op de sokkels
van onze hommage.
Harderwijk, 25 augustus 2018
Gedicht voor de dichter Michel Martinus (pseudoniem voor Joz Brummans) en zijn muze Tiny Brummans tgv van de koninklijke onderscheiding voor Joz. Joz is één van de oprichters van de Literaire Culturele Stichting Apollo, initieerde het stadsdichterschap in Harderwijk en was zelf de eerste stadsdichter van deze stad. Altijd aan zijn zijde stond en staat zijn vrouw Tiny.
Vlnr: burgemeester Harm – Jan van Schaik, Tiny en Joz Brummans