Zijn gedachten waren uitgemergeld
tot op het bot – demonen van de nacht
bewaakten de poort naar de dag die niet
kwam opdagen – het zinloos wachten wel
eenmaal overdag kon hij gaan en staan
dan leek hij te kunnen onderduiken
voor het verleden dat naar hem speurde
in het licht was alles te overzien –
uw naam en nummer – vooral uw nummer
hij kon dit in het donker niet meer aan
het was ooit de verkeerde tijd en plaats
ook nu moest hij steeds alert blijven
hoe is het daar – het duurt niet zo lang meer –
zeiden ze – zeggen ze – ik mis jullie –
vragen houden mij voortdurend uit slaap –
de schemer is een razzia weet je –
hij bleef altijd gevangen en de dag
liet hem luchten maar de nacht hield hem vast
dan kon hij gewoon niet meer loskomen
van het geroep – is het al avond?
Harderwijk, 31 januari 2019
Gedicht in het kader van de Dag van de Poëzie met als thema ‘Vrijheid’